Melanie Peters, directeur van het Rathenau Instituut, dat de maatschappelijke gevolgen van nieuwe technologie onderzoekt, vindt in haar recente column in het Financieel Dagblad dat het Internet der Dingen om meer draait dan alleen om ‘dingen’.

We vinden het steeds gewoner dat we steeds meer en intelligente apparaten via spraak kunnen bedienen. Dit jaar staat de doorbraak van slimme koelkasten, video-deurbellen en fitnessapparaten voor de deur. Combineer dat met slimme straatverlichting, parkeermeters, putdeksels en sprinklersystemen: alles wordt met elkaar via internet verbonden. Al die apparaten verzamelen, analyseren en verwerken data over ons. Met deze data coachen de apparaten ons, of nemen beslissingen van ons over. En het 5G-netwerk, dat vanaf 2020 op grote schaal beschikbaar zal zijn, gaat niet alleen de apparaten, maar ook de datastromen realtime aan elkaar koppelen.

En achter de dingen zit een fabrikant, die de dingen maakt en verkoopt. Maar die ook gebruiksdata verzamelt, analyseert en combineert met andere gegevens. Wat er in al die apparaten geprogrammeerd dient ons gemak, maar is er niet alleen voor ons als gebruikers.
Consumentenorganisaties en overheden hebben zich wereldwijd over deze dingen uitgesproken. En er komen dan vragen naar voren als: kan erop vertrouwen dat het trainingsschema in onze hometrainer onze gezondheid bevordert? Wat registreert die chip in onze koelkast eigenlijk allemaal?

Kinderen op school, patiënten in een ziekenhuis, gedetineerden die herintreden: on die gevallen vinden we het normaal dat er gemeten en geanalyseerd wordt. Maar hoe zit het met de persoon met overgewicht, die toch ’s avonds iets uit de koelkast pakt? Of degene die een sluiproute neemt, ook al geeft de navigatie in de leaseauto iets anders aan. Hebben we het recht om juist niet gemeten, beïnvloed en geanalyseerd te worden?
Het besef van de risico’s van het Internet der Dingen neemt verder toe, zegt Rathenau in deze column. Europa bereidt hiervoor nieuwe wetgeving voor. China noemt zichzelf de voortrekker van nieuwe standaarden. De zekerheid van betrouwbare apparaten wordt inmiddels beschouwd als een thema van nationale veiligheid.

De dingen en wij: we leren elkaar net kennen en moeten nog veel van elkaar leren. Wanneer willen we zelf beslissen, en wanneer laten we ons bijstaan door een apparaat? En er is ook steeds die derde partij: de producent die de dingen maakt en programmeert, die de data verzamelt en weer aan ons terugkoppelt.

VSE kent de weg in de wereld van de dingen. En helpt je graag! Bel ons en we vertellen je hoe.

Lees het hele artikel hier.