• info@vse.nl
  • Opaalstraat 10, 2872 ZR Schoonhoven

Voor u gelezen: De windmolen verandert

… net als de bouw van de windparken op zee
Die windmolens zien er aan de buitenkant nog allemaal hetzelfde uit, maar dat gaat volgens Bert van Dijk veranderen. In een artikel in het Financieele Dagblad neemt energieredacteur Van Dijk ons mee naar windmolenland op zee. In en rondom de windmolen vinden grote innovaties plaats, die cruciaal gaan zijn voor het verder verlagen van de kostprijs van offshorewind.

Batterij geïntegreerd
Het Noorse energiebedrijf Equinor had onlangs een wereldprimeur. Het bouwde, voor de kust van Schotland, ’s werelds eerste drijvende windpark. Waarom drijvend? Omdat de meeste plekken in de wereld waar offshorewind wordt gevangen in diep water zijn. Daar werken vaste funderingen niet.

Het bedrijf integreerde ook een batterij in de windmolens. Die batterij weet op een gegeven moment automatisch wanneer het beste moment is om energie op te slaan en weer af te geven. De anders verloren gegane elektriciteit kan nu tegen een hoge prijs worden verkocht op de elektriciteitsmarkt.

Stiller heien
Natuurlijk wordt ook in Nederland hard gewerkt aan innovaties die de kostprijs van windparken omlaag brengen én een bijdrage leveren aan de leefomgeving in de zee, zegt Van Dijk. Neem Fistuca, een start-up van de TU Eindhoven. Die hebben een alternatieve methode ontwikkeld om te heien: met waterkracht. Stiller, een stuk krachtiger en het leidt tot minder schade aan de heipalen.

“We verwachten dat een windpark van 720 megawatt over de hele levensduur enkele tientallen miljoenen euro’s kan besparen” zegt Jasper Winkes, oprichter en directeur van Fistuca. “Over twee weken gaan we testen op zee.” Dat doen ze in het project Blue Pilot, waarin grote bedrijven zoals Shell, Vattenfall Orsted en Eon samenwerken.

Monsterturbine van 12 megawatt
Allemaal leuk en aardig, die nieuwe vindingen die het bouwen van windparken goedkoper maken, maar de grootste kostenpost van een windpark zijn toch de turbines. Die kosten kunnen oplopen tot een derde van de totale kosten van een offshorewindpark. Daarom worden steeds hogere en krachtigere turbines ontwikkeld, die meer wind vangen en meer stroom leveren. De huidige standaard ligt op 8 megawatt, maar er is al een windturbine van 12 megawatt aangekondigd, een gevaarte van 260 meter hoog, met bladen van ruim 100 meter.

Demonstratiemodel
In Groningen denken ze dat juist een kleine molen dé gamechanger zal zijn. Megawindforce heeft een windmolen ontwikkeld die ruim honderd meter lager is, maar die op jaarbasis net zoveel elektriciteit kan leveren. Het geheim? Een andere vorm en bevestiging van de bladen. De huidige windmolens hebben één krachtige generator, maar de Megawindforce-molen heeft duizenden kleine generatoren, die individueel kunnen worden aan- en uitgezet.

Lees [download id=”8963″] het hele verhaal.