Risicobeoordeling wordt een must
De afgelopen maanden heeft het platform IndustrieVandaag een serie artikelen gepubliceerd over de nieuwe Machineverordening 2023/1230. In juni verscheen een artikel over de aansprakelijkheid bij het aanpassen van machines of productielijnen. De meningen hierover lopen uiteen.
Er wordt met name verschillend gedacht over de zogenoemde significante of substantiële wijzigingen. Wat als je zélf je productielijnen onderhoudt en wel eens zelf kleine aanpassingen doet? Word je dan verantwoordelijk voor het aangepaste deel of voor de gehele productielijn? De Machineverordening 2023/1230 biedt volgens Bert Stap, directeur Interactieve Veiligheids Opleidingen Barneveld (IVOB) en auteur van het artikel in IndustrieVandaag, meer duidelijkheid. Al bestaat de kans wel dat ook nu weer verschillende interpretaties ontstaan.
Risicobeoordeling
Van een substantiële wijziging is sprake als hierdoor nieuwe (veiligheids)risico’s ontstaan of bestaande risico’s worden vergroot. Of dit het geval is, moet blijken uit een gedegen risicobeoordeling. Die wordt dan ook steeds meer een must, aldus Stap. In de praktijk is dit echter nog steeds een ondergeschoven kindje.
Ook digitale wijzigingen
Het gaat overigens niet alleen meer om fysieke, maar ook om digitale wijzigingen. Dus als er software wordt vervangen of gewijzigd, moet eveneens gekeken worden hoe het met de risico’s zit. Bijvoorbeeld als een PLC wordt vervangen en dus de besturingssoftware een upgrade krijgt. Of wanneer software wordt verbeterd zodat de machine efficiënter werkt.
Overgangstermijn
De Nieuwe Machineverordening (EU) 2023/1230 wordt op 20 januari 2027 volledig van kracht. Ze vervangt de oude Machinerichtlijn 2006/42/EG. De nieuwe verordening stelt hogere eisen aan de veiligheid van machines en producten, met een specifieke focus op digitale veiligheid en nieuwe technologieën zoals kunstmatige intelligentie (AI) en het Internet of Things (IoT). Bedrijven hebben tot 20 januari 2027 de tijd om zich aan te passen aan de strengere regels.