‘VSE is een klein bedrijf met innovaties van formaat.’ Dit zegt Femke Laméris-Huis, beleidsmedewerker Economische Zaken bij de gemeente Krimpenerwaard over de nominatie voor de Business Succes Award. Het in industriële automatisering gespecialiseerde bedrijf werd winnaar in de branche motion control. ‘De prestigieuze prijs laat ook zien wat voor ’n vernieuwende bedrijven we in de Krimpenerwaard hebben.’

Laméris ziet graag de spotlights gericht op deze verborgen parels. Hidden champions, zoals ze ze noemt. ‘Die bedrijven doen zeker niet onder voor de grote namen, daarom is het ook een compliment voor VSE dat ze in hun sector branchewinnaar zijn geworden. Ze komen in beeld en krijgen daarmee erkenning voor hun pionierswerk’, zegt ze.

Innovatie zichtbaar maken
Dat is ook het mooie dat VSE eerste is geworden in een innovatieve sector als motion control. Daardoor krijgt de Krimpenerwaard landelijke aandacht. Het geeft aan dat het niet alleen een agrarisch gebied is, maar dat er ook innovatieve industriële bedrijven zijn gevestigd. Daar zijn we trots op, net als op het vakmanschap dat het bedrijf in staat heeft gesteld dat hoge niveau van innovatie te bereiken.’

‘Innovatieve bedrijven blijven vaak onzichtbaar. Terwijl er in de regio veel zijn die, net als VSE, op hoog niveau acteren. Als gemeente zien we graag dat deze bedrijven met elkaar in contact komen zodat daar weer nieuwe innovaties uit ontstaan. Samen nieuwe ontwikkelingen in gang zetten of complementaire producten aan elkaar leveren. Dat vinden we in de Krimpenerwaard belangrijk’, aldus Laméris.

Femke Laméris-Huis is beleidsmedewerker Economische Zaken bij de gemeente Krimpenerwaard en bedrijfscontactfunctionaris. In die functie beantwoordt ze vragen van bedrijven en legt ze onderlinge contacten. Zo bracht ze bierbrouwer Argentum in contact met directeur Ronald Elbers van VSE die een deel van de bedrijfsruimte van VSE heeft ingericht voor startende bedrijven. Laméris heeft een actieve rol: ‘Een goed ondernemersklimaat is belangrijk. Niet alleen voor de vitaliteit van de gemeente, maar vooral ook voor de toekomstbestendigheid van bedrijven.’

Maakindustrie
De gemeente Krimpenerwaard heeft 54.000 inwoners, er zijn zo’n 3.000 bedrijven gevestigd. De gemeente wordt begrensd door de Lek en Hollandse IJssel. Daarom is er veel watergebonden industrie waaronder bedrijven die producten maken voor de scheepvaart, zoals grijpers voor het oppakken van containers in de havens. Schoonhoven, waar VSE is gevestigd, is de grootste kern. Op de drie industrieterreinen is, net als in de rest van de Krimpenerwaard, veel maakindustrie te vinden, waaronder metaal en hout, maar ook transport en logistiek. Gezichtsbepalend voor het oude poldergebied is de landbouw dat met de vergezichten van graslanden en grazend vee het gebied z’n karakteristieke gezicht geeft.

Laméris rekent ook de goud- en edelsmeden tot de maakindustrie. ‘Sinds oudsher is dit vakmanschap verbonden met Schoonhoven met 35 goud- en zilverwerkplaatsen. De techniek en het metaal zit in de genen van de mensen: ze maken van goud en zilver kunst. Het zijn specialisten met een klantgerichte instelling. Dat geldt in de Krimpenerwaard trouwens voor de hele maakindustrie. Die serviceverlenende inslag is kenmerkend voor de regio. Daarom floreert de maakindustrie ook zo.’

Broedplaats
Mede daardoor biedt het gebied mogelijkheden voor bedrijven die de verbinding zoeken, die met elkaar samen willen werken. ‘In de Krimpenerwaard is een dwarsdoorsnede van de maakindustrie gevestigd. Dat biedt bij uitstek de gelegenheid om de krachten te bundelen, innovatieve bedrijven kunnen hun ideeën bijvoorbeeld door gespecialiseerd hout- en metaalbedrijven laten uitvoeren.’

Initiatieven als de door VSE opgezette broedplaats voor startende bedrijven spelen daarin volgens haar een belangrijke rol. ‘Startups hebben een professional nodig die ze een locatie biedt en begeleidt op de eerste schreden naar het ondernemerschap. Starters op hun beurt kunnen als een spin in het web een netwerk van bedrijven opbouwen om zaken mee te doen. Als meer ondernemers deze rol pakken, kan je gezamenlijk het ondernemersklimaat een impuls geven.’