
Voor u gelezen: Slimme maaktechnieken voor kleine series
In Mechatronica + Machinebouw beschrijft Alexander Pil het programma Smithz. Smithz (‘Smart manufacturing: industriële toepassing in Zuid-Holland’) is een innovatieprogramma van Innovationquarter, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH), de provincie Zuid-Holland en TNO. Het bundelt de krachten van acht Zuid-Hollandse fieldlabs met als doel de lokale maakindustrie naar een hoger plan te tillen.
Zuid-Holland kent een sterke maakindustrie van zo’n tienduizend bedrijven, met een hightech-toeleverketen van ongeveer honderdduizend banen. De sector staat echter onder druk door internationale concurrentie en een tekort aan gekwalificeerd personeel. Smitzh wil de toepassing van slimme maaktechnologie stimuleren. Door digitalisering, automatisering en robotisering kunnen bedrijven met het huidige personeel meer, goedkoper, sneller en tegen betere kwaliteit produceren.
Het programma verloopt succesvol en bereikt tientallen maakbedrijven in Zuid-Holland. De initiatiefnemers hebben een volgende fase in de steigers gezet waarmee ze een schaalvergroting voor ogen hebben naar honderden bedrijven. Daarbij stappen ook vijf nieuwe partners in: FME, Holland Instrumentation, Metaalunie, Hogeschool Rotterdam en TU Delft.
Alles gaat via vouchers, waarmee partijen technologie kunnen laten ontwikkelen. Bijvoorbeeld 3D- printen met metaal. Dat kan natuurlijk al, maar met de aanpassing van de afkoelparameters kunnen de materiaaleigenschappen worden beïnvloed. Een onderzoeksvraag kan dan zijn hoe je daarvan optimaal kunt profiteren. Met zo’n voucher gaat een bedrijf dan een technisch en economisch haalbaarheidstraject in. Als dat positief uitvalt, wordt er gelijk een vervolgplan gemaakt.
Volgens het artikel zijn er grote verschillen in de digitale volwassenheid van bedrijven. Zeker in de traditionele maakindustrie zien ze wel dat de digitalisering er is, maar vinden ze die termen heel abstract. Voor die groep ontwikkelt Smitzh een drietrapsraket. De eerste stap is dat bedrijven aan de hand van een scan bepalen waar ze staan, welke processen ze hebben en welke onderwerpen voor hen van toepassing zouden kunnen zijn. Over die thema’s kunnen ze vervolgens workshops volgen, verzorgd door de fieldlabs. Het resultaat is een shortlist van technieken kunnen worden ingevoerd. In de derde stap kiest de ondernemer drie businesscases om helemaal uit te werken.
Er zijn ook legio bedrijven die al even op weg zijn. Daar kan een thema als zero programming spelen: vanuit de CAD-tekening kan de aansturing voor de producerende machine en robot automatisch worden gegenereerd. Dat lukt al bij lasrobots, maar er zijn nog meer productieprocessen waarvoor dat handig is: kanten, snijden, assembleren, en combinaties van technieken. Die vraag leeft sterk in de Zuid-Hollandse hightech en maakindustrie omdat mkb’ers er vaak heel kleine series maken.
Een ander speerpunt voor Smitzh is digital twinning. Technisch al mogelijk, maar hoe doe je dat met een kleine serie? De achterliggende drijfveer is dat als je enkelstuks of kleine series produceert – zoals veel Zuid-Hollandse bedrijven – je zeker wilt weten dat alle producten goed zijn. In de ruimtevaart zie je bijvoorbeeld dat ze twee satellieten bouwen: de ene wordt helemaal kapot getest en de andere mag de ruimte in. Dat werkt, maar als je met een digital twin virtueel kunt testen, kun je behoorlijk kosten besparen.’
Het hele artikel vind je hier.