
Waarom, wat en dan pas hoe
Als we op pad zijn om verhalen van klanten en partners vast te leggen, komen we op de gekste plekken en zien we de meest bijzondere technieken voorbij komen. Vandaag spreken we met Paul Dits, directeur en mede-eigenaar van Kreber, prilling & processing equipment.
Op hun website staat te lezen: “Ever since our establishment in 1902 we have had but one goal: to make our customers happy. We achieve that by providing OEM prilling & tailored process equipment with an obsessive focus on customer satisfaction.” En dat obsessieve, daar horen we natuurlijk graag iets meer over, want wij houden wel van prikkelend.
De techniek
Om te beginnen eerst maar eens iets over prilling, een techniek uit de procesindustrie die we eigenlijk nog niet eerder voorbij hebben zien komen. Wat is het en wat is er spannend aan? Dits: “Wij zijn de enige in de wereld die dit proces met wetenschappelijke onderbouwing invullen. Wat dat proces is? Prilling is het vormen van hele kleine kogeltjes van een bepaalde stof, door die stof in een toren te verwarmen en te laten vallen in een opwaartse stroom van koelgas. De gestolde druppels noemen we ook wel granulaat.” Hij lacht erbij als hij vertelt dat dit een hartstikke moeilijk proces is. “Er zijn heel veel vloeistoffen met allemaal andere eigenschappen. En dat granulaat moet heel sterk gecontroleerde eigenschappen hebben. Die techniek hebben wij onder de knie. De kogeltjes of druppels zijn bij voorkeur rond en hebben dankzij onze techniek een perfecte oppervlakte-tot-volume-ratio. Dat geeft hele goede vloei-eigenschappen, het granulaat moet heel goed door de systemen van de gebruiker vloeien.” Prilling wordt van oudsher veel gebruikt om kunstmest mee te maken, maar vindt nu ook zijn weg in andere industrieën, zoals de kunststofindustrie.
Afwerking
In zijn uitleg zet hij prilling af tegen de andere afwerkingstechnologieën, waarmee brokken, schilfers, poeders of pellets van een stof worden gemaakt. “Het is de kunst om hele mooie ronde druppels te krijgen die allemaal even groot zijn. We hebben een eigen R&D-afdeling waar vier wetenschappers continu aan de materie zitten te knagen. En we hebben een hele intensieve samenwerking met de TU in Delft.” Maar de bottom-line, zoals Dits zegt, is de wens van de klant. “Die wil een product dat binnen zijn specificaties valt. De afmetingen variëren daarbij van een halve tot vier millimeter, dat is heel specifiek per klant en per materiaal, en met hele nauwkeurige toleranties. We werken veel samen met de grote bedrijven in de procesindustrie, bijvoorbeeld Shell, maar ook rechtstreeks met de R&D-afdelingen van een aantal grote multinationals,” zegt hij trots.
Innoveren
Kreber heeft zelf in de productie de nadruk op de mechanische kant. De samenwerking met VSE bestaat daaruit dat VSE de elektrotechniek en de besturingstechniek voor zijn rekening neemt. “Wij kijken naar het waarom en het wat, dan pas naar het hoe. Ook VSE werkt volgens diezelfde modus. Als ze het wat begrijpen, vullen ze onze hoe in. Daar zijn ze gewoon erg goed in. Je moet je voorstellen dat het echt enorme installaties zijn. Het proces vindt plaats in hele grote torens, de grootste is honderd meter hoog en achtentwintig meter in doorsnede. Daar komen enorme vermogens bij kijken en dus ook flink wat besturingstechniek. Zo’n machine produceert tot 5.000 ton per dag.” De R&D-afdeling van Kreber houdt zich flink en actief bezig met innovaties. Op het vlak van besturingstechniek, remote sensoring, IoT, “dit is een van de assen waarlangs we proberen te innoveren,” vertelt Dits. “In eerste instantie is onze R&D-afdeling daar zelf mee bezig, vooral met ideeëngeneratie, maar vroeg of laat trekken we in het traject samen op met VSE.
Samenwerking
Hij zij het al eerder, je moet eerst weten ‘waarom’. Volgens Paul Dits moet je wel zeker weten dat iets nodig is. Als je dat niet weet, moet je niet gaan innoveren. “We betrekken VSE al in een vroeg stadium bij de echte ontwikkeling van een installatie. Daarbij beginnen we met de controlevraag of er interesse is.” Weer die lach: “Om ieders tijd te besparen! Toch zonde als je een poos aan tafel zit en dan blijkt dat je voor niets hebt zitten praten.” Al in de engineeringsfase is er contact met VSE, soms al voordat er een contract is. “Dat werkt bijzonder prettig. Zelf praat ik met Ron Verleun, maar ik hoor van mijn collega Fred van Eendenburg en de rest van het team dat het contact in ieder fase van het traject heel goed verloopt. VSE zorgt voor de elektrificatie en de besturingen. Ze ontwerpen, bouwen en testen de kasten en aansluitingen en wij integreren die. De mensen van VSE werken ook gewoon bij ons in de werkplaats als dat zo uitkomt. En we acteren als één team naar de klant.”
Hoe hij bij VSE is uitgekomen? “We doen al heel lang zaken met hen, al voor ik bij het bedrijf kwam. Er is een hechte vertrouwensband ontstaan en we vormen met hen echt een multidisciplinair team. Ze zeggen wat ze doen en doen wat ze zeggen. En het meest plezierige is misschien nog wel dat ze er altijd zijn als wij een beroep op ze doen.”
Gezocht: bekendheid
Dits wil zich richten op nieuwe industrieën, en vooral die nu nog niet met prilling werken. “Klanten weten heel goed wat ze doen en lopen tegen de grenzen van de techniek aan. Prilling is echt een hightech methode, we zijn nu bezig dat onder de aandacht van de markt te brengen. Twee jaar geleden hebben we voor het eerst in het bestaan van het bedrijf een verkoopafdeling opgericht. Dat geeft wel aan dat daar nog nooit aandacht aan is besteed. Maar er kan zoveel meer met deze techniek, die moet gewoon veel bekender worden! De granulaten die we maken worden als eindproduct en als tussenproduct gebruikt.”
Behalve met de TU in Delft heeft Dits ook nauw contact met Hogeschool Rotterdam voor onderzoekstrajecten. “We zijn echt een hoog innovatief bedrijf, dat alleen nog even de weg in de marketing moet zien te vinden.” Maar dat gaat wel goed komen.